|
Het veer
Hansweert-Walsoorden
De latere provinciale
stoombootdienst Kruiningen-Perkpolder |
|
|
|
|
In 1521 wordt in akten
voor het eerst melding gemaakt van een
overzetveer vanuit het ambacht Kruiningen naar
het aan de overkant van de Westerschelde gelegen
Vlaanderen. De aanlegplaatsen zijn
Hansweert
en Walsoorden.
In
1866 stelt de provincie op het traject een
stoombootdienst in, die in 1943 verplaatst wordt
naar de route Kruiningen-Perkpolder. Die route is
in gebruik tot 2003, als de Westerscheldetunnel
in gebruik wordt genomen en de veerdienst geheel
wordt gestaakt.
|
|
|
|
HET
VEERRECHT VAN HET AMBACHT KRUININGEN
|
|
|
|
- Al
in 1474 wordt in akten vermeld dat bij
het ambacht Kruiningen ook een veerrecht
hoort. In 1521 blijkt er ook gebruik van
gemaakt te worden, en wel door het
instellen van een overzetveer vanuit
Hansweert naar Vlaanderen.
- In
het boek 'De Tegenwoordige Staat van
Zeeland' uit 1753 is te lezen, dat:
"in het
kwartier van Hansweert, liggende op het
Westeinde aan de Zanddijk een haven is
en
een veer op Welsoorde in Hulsterambacht,
gemeenlijk genaamd het veer van Hansweert".
Ook op de kaart van Hattinga van
oostelijk Zuid-Beveland anno 1748 staat
aangegeven dat men daar dagelijks naar
Vlaanderen kan oversteken.
- Vanaf
1770 wordt het veer gepacht door de
familie Griep. Zo pacht veerman
Jacob
Griep op 23 juni 1807 het veer
voor de duur van 7 jaar, tegen 8 pond per
jaar. In de akte is als voorwaarde
opgenomen, dat het aan de veerman van
Walsoorden verboden is om, na het
overbrengen van reizigers te Hansweert,
aldaar te wachten om hen terug te
brengen, tenzij hij de vracht aan de
pachter van het veer van Hansweert
betaalt, of daarvoor met hem minnelijk
een regeling treft.
|
|
|
|
HET
VEERRECHT VANUIT WALSOORDEN
|
|
|
|
In 1645
herovert Prins Frederik Hendrik de stad Hulst en
het Hulsterambacht op de Spanjaarden en neemt de
bijbehorende goederen, waaronder het veer van
Walsoorden, in bezit. In de 17e en 18e eeuw, tot
aan de komst van de Fransen in 1795, wordt het
veer namens de prins verpacht. Vanaf de helft van de 18e eeuw
zet men over naar Hansweert.
De Fransen voeren
de vrije vaart in, maar na hun vertrek in 1814
wordt het veer als rijksveer verpacht. Vanaf 1841
wordt er tevens op Waarde, Hoedekenskerke,
Ellewoutsdijk en Bath gevaren.
In de Reiswijzer,
opgenomen in het boek De Provincie
Zeeland uit 1825, wordt het
nevenstaande tarief gepubliceerd. |
|
|
|
DE
VEERDIENST EN DE SCHUITEN
|
|
|
|
De veerdienst heeft in deze
vroege jaren nog geen vaste tijden van afvaart.
Men vaart bij aanbod van passagiers. De
veerschipper probeert wel om de overtocht zoveel
mogelijk bij hoogwater te maken. Dan kan immers
de kortste route over de zandbanken worden
gekozen. Bij laag water kan het schip bovendien
niet tot aan de oever komen, zodat de passagiers
dan door de slikken naar de wal moeten baggeren.
Bij mooi en/of windstil weer
worden de reizigers overgevaren met een roeiboot,
anders met een hoogaars of een hengst.
Volgens het Reglement op de
Overzetveren in de provincie Zeeland, vastgesteld
in 1837, worden de veerschuiten periodiek
gekeurd. Aldus wordt in mei 1880 te Hansweert
vastgesteld, dat de hoogaars in goede
staat verkeert, doch de roeiboot niet
meer bruikbaar is.
|
|
|
|
DE
PACHTERS VAN HET VEER
|
|
|
|
De
volgende veerschippers zijn bekend vanuit de
administratie van de ambachtsheer van Kruiningen:
-
Kornelis
Griep, die vanaf 1770 het
veerrecht van de ambachtsheer pacht.
- In
1807 krijgt
Jacob
Griep het veer voor 7 jaren in
pacht. Die pacht wordt steeds verlengd
tot aan zijn dood in 1855.
- In
1855 neemt zijn zoon
Johannes
Griep de pacht van het veer
over. Johannes overlijdt in 1880.
- Als
in 1880 diens zoons
Cornelis en
Jan Griep het veer
overnemen moeten ze, vanwege de opkomende
concurrentie van de provinciale
stoomboot, al spoedig naar een andere
broodwinning uitzien. Ze blijven
incidenteel nog wel mensen en vee
overvaren naar de andere kant.
|
|
|
|
HET
VEERHUIS TE HANSWEERT
|
|
|
|
Als Jacob Griep het veer
in 1807 pacht, is dat met inbegrip van het
veerhuis. Na 1828 is dat niet meer het geval.
Dat is
ook niet meer nodig, want de familie Griep die
het veer bijna een eeuw lang pacht, woont aan de
binnenzijde van de zeedijk. In de
pachtvoorwaarden wordt hen dan ook toegestaan, in
hun huis in plaats van in het veerhuis te tappen.
Vermoedelijk
is het veerhuis vervolgens verkocht. Het doet nog
geruime tijd dienst als logement. Zo logeren er,
tijdens en na de aanleg van het kanaal en de
sluizen, nogal eens ambtenaren van
Rijkswaterstaat. In 1980 moet het gebouw wijken
voor de verhoging van de zeedijk. De foto dateert
van rond 1900.
|
|
|
|
DE
PROVINCIALE STOOMBOTEN
|
|
|
|
De
ambachtsvrouwe van Kruiningen meldt in 1880 aan
de gemeenteraad, dat het veerrecht feitelijk
vernietigd is doordat Gedeputeerde Staten van
Zeeland een stoombootdienst in hebben gesteld van
Vlake via Hansweert naar Walsoorden.
In 1879 had
veerpachter Cornelis Griep nog proces-verbaal
laten opmaken, toen de gezagvoerder van de
stoomboot Vlake-Walsoorden te Hansweert
passagiers had meegenomen, zonder zijn
toestemming. Naar aanleiding daarvan had de
ambachtsvrouwe zich tevergeefs tot de provincie
gewend met een verzoek om een schadevergoeding.
Merkwaardig is dat de ambachtsvrouwe het daarbij
laat zitten, want elders is dan al door een
rechter beslist dat een stoomboot-concessie geen
recht geeft om in een veer van een ander te
varen.
De
provinciale stoombootdienst was er overigens al
sinds 1866, aanvankelijk eenmaal later tweemaal
per dag. Dat de ambachtsvrouwe niet eerder heeft
geklaagd over de inbreuk op het veerrecht van
Kruiningen, is te verklaren doordat de
provinciale stoomboot in eerste instantie nog
weinig frequent voer, en dus nog geen grote
concurrent voor de pachter van het veer van de
ambachtsvrouwe van Kruiningen was.
Na eerst
nog concessies aan particulieren te hebben
uitgegeven, besluiten de Staten van Zeeland in
1904 de dienst Vlake-Hansweert-Walsoorden in
eigen hand te nemen. De familie Griep, die het
veer bijna een eeuw lang heeft geëxploiteerd,
legt zich noodgedwongen bij de situatie neer en
heeft ondertussen de dienst gestaakt. In plaats
daarvan leggen twee zoons van de laatste zeilende
veerschipper op Walsoorden, Jacob en Jacobus,
zich toe op een beurtvaartdienst op Rotterdam.
|
|
|
|
DE
VERBINDING HANSWEERT-VLAKE
|
|
|
|
Tot 1880 varen de provinciale
stoomboten, na te Hansweert te hebben aangelegd,
door het kanaal verder naar het spoorwegstation
Vlake.
Het passeren van de sluizen geeft
echter zoveel oponthoud, dat na 1880 van
doorvaren wordt afgezien en een omnibusverbinding
Hansweert-Vlake wordt ingesteld. De omnibus heeft
ruimte voor 12 personen, en is voor
bootpassagiers gratis. Als in de winter de wegen
door sneeuw onbegaanbaar zijn, wordt de dienst
onderhouden met een arrenslee.
Tussen 1913 en 1933 rijdt tussen
de aanlegsteiger van de provinciale stoomboten te
Hansweert en het spoorwegstation Vlake een door
de Provinciale Stoombootdiensten geëxploiteerde
stoomtram. Een spoorbedrijfje van slechts 3 km
lengte, waarover de tram 10 minuten doet.
Vanaf
1933 is het de autobusondernemer Leendertse die
met autobussen voor aan- en afvoer van de
passagiers zorgt.
|
|
|
|
|
HANSWEERT-WALSOORDEN
WORDT
KRUININGEN-PERKPOLDER
|
|
|
|
Geleidelijk
aan maken steeds meer voertuigen van de
veerdienst gebruik. Een ontwikkeling die leidt
tot de inzet van ferryschepen met zogeheten koplading.
Voor de daartoe benodigde walaccomodatie is te
Hansweert weinig ruimte. Daarbij komt dat een
kortere vaarroute gewenst is. Op 17 mei 1943
wordt daarom de vaarroute verlegd naar
Kruiningen-Perkpolder. Op beide plaatsen komen
imposante complexen met aanlegvoorzieningen en
opstelterreinen tot stand. Deze accommodaties
worden in 1968 nog eens drastisch uitgebreid, als
er dubbeldeksveerboten in dienst komen. Na het
staken van de veerdienst, in 2003, wordt het
gebied teruggeschonken aan de natuur.
|
|
|
|
|
Het veer over de
Westerschelde vanuit Kruiningen op Perkpolder
vaart voor het laatst op 15 maart 2003, een dag
na de ingebruikname van de tunnel onder de
Westerschelde. Met de bouw van die tunnel gaat
het recht op overzetveer,
dat ruim 6 eeuwen lang verbonden is geweest aan
het ambacht Kruiningen, pas echt -- en nu
definitief -- te loor.
Mei 2002: Jan Griep, nazaat
van de vroegere veerschippers en maker van deze
internetsite,
onderweg van Perkpolder naar Kruiningen... |
|
|
|
TOCH NOG
EEN VERVOLG ?
|
|
|
|
Op 3 juli 2005 is
het ondernemersechtpaar Laurens & Ria de
Brouwer gestart met een toeristische veerdienst
tussen Hansweert en Perkpolder. Gedurende de
maanden juli en augustus wordt driemaal daags
gevaren met het schip De Onderneming,
een tot partyboot omgebouwd voormalig
beurtschip.
De veerdienst wordt -- door de
provincie Zeeland en de gemeenten Reimerswaal en
Hulst -- op weg geholpen door een startsubsidie
voor de eerste drie jaren. Daarna moet De
Onderneming zichzelf zien te bedruipen...
|
|
|
|
LITERATUUR
|
|
|
|
--
Rinus Antonisse; Varen tussen overkanten;
Den Boer te Middelburg 1978
-- J. Kok; Knooppunt in West-Europa;
Van der Peyl te Kruiningen 1986
-- Jhr.Mr.G.F. Sandberg; Overzetveren in
Zeeland (proefschrift); Van Benthem
& Jutting te Middelburg; 1970
-- Jhr.Mr.G.F. Sandberg; Kruiningen,
heerlijkheid en gemeente; Gemeente
Reimerswaal 1982
Op het internet:
--
Pagina
Veerponten
in Zeeland op de website
van de Vereniging Vrienden van de Voetveren.
--
Laurens
en Ria de Brouwer, exploitanten
van de toeristische veerdienst
Hansweert-Perkpolder.
|
|
|
|
|
|