|
GRIJP uit Nordhorn
Loonheren, keurnoten en
pachters van het mout en het klein gemaal |
|
|
|
|
In Nordhorn wonen vanaf
halverwege de 17e eeuw drie families met de achternaam
Grijp, een naam die in het begin ook als Gryep,
Grip of Griep
wordt geschreven. Gelet op de voornamen die hier en daar terug komen ligt
het voor de hand dat ze verwant zijn.
Nordhorn ligt in
Duitsland en
maakt deel uit van het Graafschap Bentheim, een
calvinistische enclave, waar tot aan het einde van de 19e
eeuw een aan het Nederlands verwante taal werd gesproken. |
|
|
|
Stamvader Rolof Grip |
|
|
|
De oudst vermelde tak
is die van Rolof Grijp. In zijn lijn, die verwant raakt met de
bekende textielfabrikanten Stroink uit Enschedé, lijkt de naam
Grijp na vier generaties uit te sterven.
-
Rolof Grip leeft midden 17e eeuw; zijn vrouw Fenne
Küpers wordt in 1634 vermeld als burgeres van Nordhorn
en hij is overleden als in 1674 hun zoon Rudolff trouwt.
- Rudolff Gryp, getrouwd met Engele Stavermans uit
Ootmarsum, is tussen 1701 en 1714 schepen en burgemeester
van Nordhorn.
- Diens zoon
Rudolph Grijp wordt in 1676
te Nordhorn geboren. Hij trouwt in 1708 Aleida Kramer,
dochter van de burgemeester van Ootmarsum. Tussen 1712 en
1739 is hij beurtelings loonheer, burgemeester en schepen
van Nordhorn. Broer Jan Grijp bekleedt functies
als keurnoot, rotmeester, gemeensman en loonheer.
- Rudolph heeft twee dochters,
Engel
Margaretha (geboren 1709) en Aleid (1711), en
een zoon Willem Grijp. Deze wordt op 17 september
1713 te Nordhorn gedoopt, studeert theologie te Leiden en
trouwt in 1738 te Enschede met de
burgemeestersdochter Geertruid Elshof. Willem Grijp is
koopman en loonheer, en tussen 1740 en 1772 is hij
beurtelings burgemeester en schepen van Nordhorn. Hij
overlijdt er in 1780.
- Willem heeft drie dochters:
Alide
(gedoopt in 1748), Gezina (1750-1784) die in 1770
te Losser trouwt met Johannes Stroink, fabrikeur en
firmant der Katoenweverij J. Stroink & Zn te
Enschede en Herberdina Margaretha (1752-1795) die
in 1789 te Nordhorn trouwt met Petrus Dannenbargh uit
Amsterdam.
|
|

De Hauptstraße van Nordhorn in 1920 |
NORDHORN
Van
Nordhorn wordt omstreeks het jaar 1000 voor het eerst
melding gemaakt, als het als "Northornon" in
het belastingregister van de abdij van Werden staat
opgenomen. Graaf Bernhard I van Bentheim verleent
Nordhorn in 1379 stadsrecht.
De bouw van de Oude Kerk aan
de markt, ingewijd in 1495 en tot in de huidige tijd het
symbool van de stad, getuigt van de vroege bloeitijd in
de 14e eeuw. Dat geldt eveneens voor het klooster
'Frenswegen', door Augustiner monnikken gesticht in 1394.
|
|
|
|
|
Stamvader
Reiner Griep
|
|
|
|
In dezelfde
periode
is er de familietak
van Reiner Griep. Zijn nazaten blijven merendeels in Nordhorn
wonen, maar ook die tak lijkt uitgestorven.
-
Reiner Griep trouwt rond 1640 met Fenne Ottinck uit
Lohne; in 1655 wordt hij vermeld als voogd van Nordhorn.
Zijn zoon:
- Johan Reinersz. Gryp trouwt rond 1677 met Maria
Tölners uit Hopsten. Waarschijnlijk is Anna Catharina
(1645-1733) die in 1681 te Lingen trouwt met Geerd Joan
Brummeleuw, zijn zuster. Zij krijgt te Lingen
6 kinderen: Jan Conraet (1682), Jan Reinders (1684),
Hermannus Jacobus (1686), Samuel (1688-1692), Anna
Geertruyt (1690) en Samuel (1692).
- Johans zoon
Willem Grijp trouwt met
Aleida Striks. Als zijn vrouw in 1715 wordt genoemd als
bakkerin te Nordhorn, is hij al overleden. Zijn broer Anthonie
Grijp is in 1710 en 1716 pachter van het mout en het
klein gemaal, in 1719 van het buitenweggeld en in 1724
van de waag- en wijnaccijns te Nordhorn.
- Willem heeft
vier zoons: Jan Herman Grijp (geboren
in 1708), Herman Grijp (1709-1782, trouwt
eerst met Margaretha van Dorsten en voor de tweede maal
in 1755 met Johanna Hambecke, dochter van de burgemeester
van Bentheim, bekleedt tussen 1740 en 1780 functies
als loonheer, pachter van het mout en het klein gemaal,
schepen en burgemeester van Nordhorn), Jan Grijp
(geboren in 1711) en Willem Grijp (geboren in
1714).
- Herman heeft een dochter:
Margaretha Grijp,
die in 1763 te Nordhorn trouwt met Pieter Theusink uit
Zwolle. In 1804 woont Margaretha te Schüttorp.
|
|
 |
De
graafschap Bentheim en de Nederlandse taal
In
de Graafschap Bentheim, waar Nordhorn onderdeel van
uitmaakt, wordt tot aan het einde van de 19e eeuw, naast
het eigen Nederduits, ook Nederlands gesproken. In dit
nauw met Twenthe verbonden gebied, verhinderde het
calvinisme lange tijd de overgang naar het Hoogduits, dat
met het lutheranisme werd geassocieerd; de taal van het
calvinisme was het Nederlands, de taal van de
Statenbijbel. Aanvankelijk blijken Pruisen noch Hannover
van plan de verbreiding van het Nederlands tegen te gaan;
pas in de 19e eeuw wordt het Hoogduits krachtig bevorderd.
In 1853 wordt het Nederlands op school afgeschaft en tegen
het einde van de eeuw in het lokale bestuur. Tot het
einde van de 19e eeuw blijft het Nederlands echter een
belangrijke rol spelen als kerktaal. |
|
|
|
|
Stamvader
Henrich Grijp |
|
|
|
De nazaten uit de
derde tak, die van Henrich Grijp, vertrekken allemaal naar
Nederland. Naar Amsterdam of als predikant naar meerdere
plaatsen in het land. Ook ontstaat uit deze tak het geslacht
'Specht Grijp'.
- Henrich Grijp is tussen 1703 en 1732 burgemeester,
schepen en pachter van het mout en het klein gemaal te
Nordhorn.
- Zijn kinderen zijn: Hendrina
Johanna, (1699-1778), getrouwd met Hendrick Hermansz.
Strick, in 1725 burger van Zwolle en daar meester
koperslager en burgerluitenant; Rudolf Grijp, in
1730 getrouwd met Aleida Bode uit Uelsen en tussen 1731
en 1736 loonheer, burgemeester en schepen van Nordhorn;
en tenslotte Henricus Grijp (1706-1747).
-
Rudolf heeft 4 kinderen:
Barend Grijp; Margaretha,
geboren rond 1733 te Nordhorn en in 1767 te Amsterdam
getrouwd met Jacob Vink; Johanna (1739-1795), in
1771 te Amsterdam getrouwd met Barend Johannes Bosman; en
tenslotte Hendrik Grijp, die in 1764 van zijn
broer en zusters, die alle drie in Amsterdam wonen, voor
2450,- het ouderlijk huis en gaarde te Uelsen
koopt.
- Henricus Grijp,
tweede zoon van stamvader Henrich, studeert theologie te
Groningen en Lingen en trouwt in 1733 te Groningen met
Anna Geertruida Marinus. Hij is predikant te Metslawier
(1730), Drogenham (1735) en Veenendaal (1739. Ze krijgen
8 kinderen, waarvan er 2 jong sterven:
- Henricus
Grijp (1734-1783) wordt geboren te Metslawier, trouwt
in 1769 te Opheusden met Gerharda Wilhelmina Specht, en
is predikant, laatst te Wageningen; Egbert Grijp
(1736-1795), geboren te Drogeham, wordt in 1760 poorter
van Amsterdam waar hij visiteur van de tabak is en in
1766 met Catharina van der Voort trouwt; Johanna
Willemina (1739) en Lucas Grijp (1740), beide
geboren te Veenendaal; Henrica (1741-1816),
geboren te Veenendaal, in 1770 getrouwd met de theoloog
dr. Daniël Albert Reguleth uit Amsterdam en in 1816
begraven in de Grote of St.Jacobskerk te Den Haag; en
tenslotte haar tweelingzuster Anna Geertruida (1741-1813).
- Oudste zoon Henricus krijgt te
Wageningen 6 kinderen: Anna Geertruida Adriana
(1773-1785); Jacoba Maria (1774-1846), getrouwd in
1802 met de notaris mr. Gerhard Haesebroeck uit Zutphen,
die in 1815 al overlijdt; Henrica Catharina,
geboren in 1776; Geertruida Clasina (1778-1785); Philippus
(1781-1843) en tenslotte Henricus Egbert Grijp
(1784-1845), makelaar te Rotterdam.
|
|
WAPENS
Het wapen van
het geslacht Grijp is aldus:
"In rood een gouden griffioen. Helmteken: de
griffioen uitkomend. Dekkleden: goud en rood."
Het wapen van Specht Grijp:
"Gevierendeeld: I en IV het wapen Grijp; II en III
in zilver drie zwarte spechten (Specht). Twee helmen.
Helmtekens: rechts de griffioen uitkomend, links een
zwarte specht. Dekkleden: rechts goud en rood, links
zilver en zwart." |
|
|
SPECHT
GRIJP Zoon Philippus combineert de achternamen
van zijn beide ouders en gaat door het leven als Philippus
Specht Grijp. Hij trouwt in 1809 te Vollenhove met de
domineesdochter Catharina Sanders uit Kuinre. Na haar
dood in 1820 trouwt hij in 1823 in Tiel met Catharina
Elisabeth van der Pels uit Amsterdam. Ds Philippus Specht
Grijp is predikant, laatst te Tiel, en hij overlijdt in
1843 te Drumpt. Hij laat uit zijn twee huwelijken tien
kinderen Specht Grijp na en wordt
alzo de stamvader van een geslacht met die naam. |
|
|
|
OVERIGE GrijpEN |
|
|
|
Naast de hierboven beschreven families,
komen er in de geschriften uit Nordhorn en omgeving nog
een aantal vermeldingen van Grijpen voor.
Ze zijn vooralsnog niet in de families in te passen, maar
dat ze verwant zijn ligt voor de hand.
- Hendryck Gryep, oud-schepen van
Nordhorn in 1648 en 1649, getrouwd met Greet Haeseforths,
die op 16 februari 1650 burgeres van Nordhorn wordt.
- Catharina Grieps (Gryp) van Nordhorn. Ze trouwt in
1680 te Lingen met Johannes Probsting, preceptor
en organist aldaar, en krijgen te Lingen 8 kinderen.
- Gerd Jan Grijp die, aldus het Amtsgericht te
Lingen op 22 november 1689, aan Otto Wesken
32 rijksdaalders schuldig is.
- Reindert Gryp, j.m. van Hesepe, die op 7 juni 1695
te Lingen trouwt met Anna Hengenas uit Wachendorf.
- Reinhard Wilhelm Grijp, in 1711 loonheer van
Nordhorn.
Jan Hendrik Grijp, pachter van de waag- en
wijnaccijns in 1712 en van het mout en het klein gemaal
van Nordhorn in 1718.
Bronnen:
de meeste gegevens op deze pagina zijn afkomstig uit het tijdschrift
'Nederlands Patriciaat',
aangevuld met gegevens uit de genealogische tijdschriften
'Gens Nostra' en 'De Navorscher' |
|
|
|
|
|